Het was 1973 toen ik naar Nederland kwam. Een klein meisje van zes was ik, opgewonden over dit enorme avontuur. Een ander land, een nieuwe taal, een nieuwe school, nieuwe vrienden. Het was tevens precies de tijd dat dit land, Nederland, het verleden met mijn land van herkomst, Duitsland, begon te verwerken. Met films, boeken, toneelstukken, met sportevenementen.
Anne
In 1974 werd de voor Nederland zo vernederende finale van het wereldkampioenschap voetbal gespeeld en laaide het anti-Duitse sentiment opnieuw op. Ik herinner me nog dat er een Duitse bus door onze straat reed op weg naar het Keukenhof (in Lisse, waar ik opgroeide) met daarop groot het woord “mof”. Mijn ouders waren ontsteld over zo veel onwetendheid bij een Duitse touroperator. Hoe kon je nota bene met het grootste scheldwoord dat Nederlanders tijdens de oorlog hadden voor de vijand in Nederland rond gaan rijden?! Zij voelden plaatsvervangende schaamte en schuld. En ik, zo jong als ik was, pikte dat op. Langzaam maar zeker kwam ik er in de loop der jaren achter dat ik uit een “fout” land kwam, dat mijn voorouders de vijand, de bezetter, waren geweest. Eerst onbewust, maar toen mijn ouders een paar keer zeer agressief waren benaderd, steeds meer bewust. Ook ik kreeg een paar keer “mof” naar mijn hoofd geslingerd en wist dat ik me dan koest moest houden.
De dag dat ik in de 5e klas van de lagere school met Nederlands een tekst moest voorlezen uit het dagboek van Anne Frank, knapte er iets. “Waarom ik?”, dacht ik. “Waarom moet je mij zo nodig in de picture zetten, is het niet al erg genoeg dat ik Duits ben?” Ik had niet door dat mijn schuldbewustzijn inmiddels tot bovengemiddelde proporties was uit gegroeid. Mijn leraar, Peter der Kinderen, was gelukkig een wijs man. Hij wist er bij mij uit te krijgen waarom ik weigerde voor te lezen en wijdde er vervolgens een kringgesprek aan. Dat was een van de eerste keren dat ik ervoer dat de schuld niet bij mij lag. Toch zou ik er nog jaren mee rond blijven lopen.
Het dagboek van Anne Frank zette ik op de middelbare school op mijn boekenlijst voor Nederlands. Mijn docent Nederlands was er niet van gecharmeerd. Hij had geen idee dat het voor mij een statement was. Dat ik Annes verhaal had gezien en gehoord, haar eenzaamheid, vrijheidsdrang, haar gevoel voor rechtvaardigheid.
Familieopstelling
Het zou nog ruim 15 jaar duren voordat ik leerde dat ik om mijzelf te bevrijden van de schuld, leerde dat ik kon vergeven. In een familieopstelling bij het NTI-NLP in Limmen stelde ik mijn ouders en mijn grootouders op en mijzelf. In de vorm van een enorme amethist gaf ik de schuld terug aan mijn opa. En daarbij viel letterlijk en figuurlijk een last van mijn schouders. De enige man die ik intuïtief had uitgekozen uit het publiek voor de opstelling, die ik niet kende en die mijn vader representeerde, kwam achteraf naar mij toe om me te vertellen hoe helend deze opstelling ook voor hem was geweest. Hij bleek de zoon van een Auschwitz overlevende te zijn. Jaren later kwam ik iemand tegen die dit zelfde verhaal over deze opstelling aan mij vertelde, zonder daar in de verste verte bij te zijn geweest. “Maar dat is mijn verhaal”, zei ik. En realiseerde me toen dat het al in het collectieve bewustzijn was opgenomen. Dat het groter was dan mijn kleine ikje. De magie van systemisch werken.
Vergeven doe je voor jezelf. Maar als je het doet kan het ook voor anderen het leven lichter maken. Ook mijn ouders waren onschuldig, kind in de oorlog, in vele opzichten gedwongen te overleven. Net als zoveel kinderen en volwassenen in die tijd, aan beide kanten. Hun vaders waren wel verantwoordelijk, ook na de oorlog nog altijd niet genezen van nazi-ideeën. Niet in staat om in hun bewustzijn te groeien van wat Hitler Duitsland mensen had aangedaan, een systeem waarvan zij zelf onderdeel waren geweest. Ik heb hen uiteindelijk vergeven, en ik ben niet vergeten. Iets dat ik ook mijn kinderen weer mee geef.
De kracht van de adem
Ik heb mezelf op enig moment beloofd, dat ik wat ik ook verder zou doen met mijn leven, me ervoor zou inzetten dat er voldoende bewustzijn in deze wereld komt om herhaling te voorkomen. Naarmate ik verder kwam op mijn pad merkte ik, wat voor een uitdaging dat eigenlijk is. Want ook in mij huist een dader. Ook ik heb (onderdrukte) agressie in me, die er eens in de zoveel tijd als een soort drakenvuur uit komt. En ik kan de machteloosheid die ik voel bij het zien van het lijden van anderen en de voortdurende herhaling van oorlog soms maar met moeite verdragen. Wel heb ik geleerd om door agressie en onmacht heen te ademen, om mezelf in de eerste plaats te vergeven voor mijn onvermogen, en vervolgens anderen. Te meer wanneer ik weer eens te ongeduldig, te geïrriteerd, te oordelend heb gereageerd. Accepteren dat ik al die gevoelens en gedachtes heb en dat ik ze kan dragen, zelfs kan transformeren. Ik hoef ze niet op te lossen. Wel kan ik de krachtige energie die daarbij vrij komt inzetten om door mijn ego gehechtheden, de patronen die mij niet meer dienen, heen te snijden en anderen te faciliteren het zelfde te doen.
Nog niet zo lang geleden ademden wij tijdens een trainersweek met Syrische en Afghaanse vluchtelingen, traumawerk.Transformational Breath® is de vorm van ademcoaching waarmee ik werk. Wat deze mensen hebben mee gemaakt is onmenselijk en afschuwelijk. En het gebeurt nog steeds. Ik kan in deze wereld niemand werkelijk helpen, laat staan redden, dat is ook niet waar ik op uit ben. Wel kan ik mensen begeleiden om hun eigen genezend vermogen, hun eigen kracht aan te boren, om de strijd in zichzelf te stoppen en vrede en levenslust te hervinden. Door liefdevolle aanwezigheid, door een spiegel voor te houden, door met hen te ademen. In ieder van ons schuilt ook een Anne. En de kracht van de adem is universeel.